Wat betekent?
Afnor: De Association française de Normalisation is het Franse instituut voor normering, vergelijkbaar met de Nederlandse NEN en als zodanig de Franse vertegenwoordiging bij de ISO. De AFNOR werd in 1926 opgericht en speelde in 1947 een belangrijke rol bij de oprichting van de IS
Applicatie: letterlijk "toepassing" (vaak ook afgekort als app) is een computerprogramma dat bedoeld is voor eindgebruikers. Dit in tegenstelling tot een servertaak of andere taken die door een besturingssysteem op de achtergrond worden uitgevoerd.
AI = Artificial Intelligence: "kunstmatige intelligentie" is de simulatie van menselijke intelligentieprocessen door machines, vooral computersystemen.
Audit trail: "spoor van een audit" (controle). Het gaat om de vastlegging van gegevens zodanig dat een onderneming of toezichthouder achteraf in staat is om transacties administratief te volgen en te controleren.
Authenticatie: het vaststellen van de identiteit van de gebruiker.
Authenticatieproces: het proces waarbij men nagaat of een gebruiker, een andere computer of een applicatie daadwerkelijk is wie hij beweert te zijn. Bij authenticatie wordt gecontroleerd of een opgegeven bewijs van identiteit overeenkomt met echtheidskenmerken.
B2B (Business-to-Business): van bedrijf tot bedrijf.
B2G (Business-to-Government): van bedrijf tot overheid.
Data: gegevens.
Database: verzameling van gegevens.
Deeplink: verwijzing (link) van een andere site die onmiddellijk naar een onderpagina van een andere site verwijst in plaats van naar de homepage.
Device: apparaat (hardware) waar software op staat. Bijvoorbeeld een computer, laptop, smartphone, tablet.
Dis: Document image system. Systeem waarbij fysieke documenten ingescand worden om de images (de digitale afbeeldingen van de gescande documenten) samen met bijbehorende metadata op te slaan. Zo'n systeem biedt het voordeel dat de oorspronkelijk fysieke documenten nu onafhankelijk van tijd en plaats beschikbaar konden worden gesteld aan de medewerkers van de organisatie. Een ander voordeel is dat de organisatie geen opslagruimte voor de fysieke documenten meer nodig heeft, omdat de fysieke documenten nadat ze worden gescand, kunnen worden vernietigd of worden verplaatst naar een goedkope opslaglocatie buiten de organisatie.
DMS: Documentmanagementsysteem - In veel organisaties werden de netwerkschijven op een gegeven moment aangevuld met een DMS (documentmanagementsysteem) op basis van software voor documentmanagement. Naast de functionaliteit die een programma voor bestandsbeheer op een netwerkschijf biedt, biedt zo'n DMS functionaliteiten als geautomatiseerd versiebeheer met check-in en check-out, functionaliteit voor het vastleggen van metadata, gedetailleerde autorisatie-instellingen, geavanceerde zoekfunctionaliteit en soms ook ondersteuning van de afhandeling van documenten met workflows. Kenmerkend voor dit soort systemen is dat gebruikers zelf documenten en mappen in het systeem kunnen toevoegen, muteren, verplaatsen en verwijderen. Het zijn daarmee vooral systemen voor het door gebruikers gezamenlijk creëren, reviewen en afhandelen van documenten en dossiers.
E2E (End-to-End): van het ene uiterste einde naar het andere einde. E2E-processen lopen over de complete technische infrastructuur (de systeemketen) heen. Dit kunnen werkprocessen zijn van gebruikersafdelingen of beheerders, maar ook processen die door klanten worden uitgevoerd of processen waarbij andere organisaties informatie verkrijgen.
E-signature: digitale, elektronische handtekening.
G2B (Government-to-Business): van overheid tot bedrijf.
IATIS-principe (Identificatie - Authenticatie - Timestamp - Integriteit - Storage): identificatie en authenticatie van verzender en ontvanger en timestamping, verzekering van de integriteit en opslag van de data.
Identificatie: vaststelling van de identiteit van een persoon.
Integriteit: een kwaliteitskenmerk van gegevens in het kader van de informatiebeveiliging. Het is een synoniem voor betrouwbaarheid. Een betrouwbaar gegeven is juist (rechtmatigheid is hier een kernbegrip), volledig (niet te veel en niet te weinig), tijdig (op tijd) en geautoriseerd (gewijzigd door een persoon die gerechtigd is de wijziging aan te brengen).
oAuth: (Open Authorization) is een open standaard voor autorisatie. Gebruikers kunnen hiermee een programma of website toegang geven tot hun privégegevens, die opgeslagen zijn op een andere website, zonder hun gebruikersnaam en wachtwoord uit handen te geven. OAuth maakt gebruik van tokens, waardoor vertrouwelijke gegevens als een gebruikersnaam of wachtwoord niet afgegeven hoeven te worden. Elk token geeft slechts toegang tot specifieke gegevens van één website voor een bepaalde duur. Zo kan ingesteld worden dat een bepaald programma slechts een jaar toegang heeft tot de gegevens. Hierna kan eventueel opnieuw toegang worden gevraagd.
Repository: opslagplaats voor computergegevens, data, software, ...
RMA: Records management application - Een RMA is een applicatie waarmee een organisatie haar archiefwaardige documenten kan beheren. De term 'RMA' is populair geworden door de DoD 5015.2-STD. Dit is een norm van het Amerikaanse ministerie van Defensie die bestaat uit een uitvoerige lijst van specificaties waaraan een RMA zou moeten voldoen. Denk hierbij aan zaken als een classificatieschema dat is bedoeld om gearchiveerde documenten of dossiers op basis van hun bewaartermijn te ordenen. Of het zodanig vastleggen van de bewaartermijn van gearchiveerde documenten of dossiers dat deze na afloop van hun bewaartermijn geautomatiseerd vernietigd of uit het systeem geëxporteerd kunnen worden. Een RMA kan een apart systeem zijn, maar kan ook als een 'archiefmodule' met een DMS geïntegreerd zijn. Zo'n geïntegreerde RMA is zodanig in te richten dat archiefwaardige documenten in het DMS automatisch onder het beheer van de RMA worden geplaatst.
Software: computerprogramma's met bijbehorende data. Naast toepassingen voor mainframes, pc's en spelcomputers, bevatten ook apparaten als televisies, telefoons, telefooncentrales, auto's en machines sinds de jaren zeventig steeds vaker software.
SSL-certificaat: SSL staat voor Secure Sockets Layer. SSL-certificaten zijn kleine gegevensbestanden die een cryptografische key digitaal aan de gegevens van een bedrijf koppelen. Deze keys zorgen voor een beveiligde verbindingen tussen een webserver en een browser. SSL wordt gebruikt voor het beveiligen van online transacties, logins en gegevensoverdracht. Het gebruik van HTTPS en SSL certificaten wordt stilaan de nieuwe norm voor het veilige gebruik van sociale media. Zeker nu Google aangeeft dat een beveiligde verbinding een klein SEO voordeel oplevert.
SSL certificaten zijn het meest gebruikte veiligheidsprotocol op het Internet. De kosten voor dit certificaat variëren afhankelijk van het benodigde type certificaat (single, multi-domain of wildcart). Voor het gebruik van HTTPS dien je een SSL Certificaat te installeren.
SSM: Het Self Service Mandatensysteem (SSM) is een elektronische toepassing van de publieke sector die de volmachtgever en volmachthouder de mogelijkheid geeft om met behulp van de eID en pincode (of Token) een mandaat aan te maken of stop te zetten.
SSO (Single Sign On): stelt eindgebruikers in staat om eenmalig in te loggen waarna automatisch toegang wordt verschaft tot meerdere applicaties en resources.
Storage: opslag.
TTP (Trusted Third Party): aanduiding voor een instantie die broncode, data certificaten en sleutels voor derden in bewaring neemt. Een derde partij die bepaalde gegevens, sleutels en certificaten onder toezicht en vaststelling in bewaring laat nemen en toegang laat verlenen wanneer nodig.
TTPO (Trusted Third Party Officer): een openbaar ambtenaar (gerechtsdeurwaarder of notaris), die als natuurlijke certificatie-autoriteit (CA), op basis van zijn geldend authenticatievermogen, zijn ambt verleent om (het gebruik van) elektronische documenten in het algemeen, en het elektronisch verkeer van documenten en data in het bijzonder, en hun storage, te attesteren door onder meer gebruik te maken van het IATIS-principe.
Tweetrapsauthenticatie - tweestapsauthenticatie - two factor authentication: Bij tweetrapsauthenticatie wordt jou 2 keer gevraagd om te bewijzen dat jij 'jij' bent. Wanneer je ergens inlogt, vul je doorgaans eerst je wachtwoord in. Nadat je het juiste wachtwoord hebt opgegeven, genereer je een specifieke code die via een authenticatie applicatie op je telefoon gegenereerd wordt. Deze code vul je in op het inlogscherm, en pas dán kun je bij je account.
Andere plaatsen op het internet met woordenboeken voor de digitale agenda:
- Vindkracht
- Wikipedia
- https://www.capgemini.com/nl-nl/2016/08/dis-dms-en-rma/
- https://www.csam.be/nl/beheer-mandaten.html